Ga verder naar de inhoud

Pleegzorgwerker ondersteunende pleegzorg: Lise

In februari 2021 begon Lise als stagiaire in het OP-team, een stage die zo goed meeviel dat ze hier nog steeds werkt als pleegzorgwerker in datzelfde team. OP staat voor ondersteunende pleegzorg, wat wil zeggen dat de pleegzorgers de ouders, voorziening of een ander pleeggezin ondersteunen. Het kind gaat dan af en toe naar het pleeggezin, tijdens weekends en vakanties, of verblijft er voor een periode van maximum 6 maanden.

Lise ecru

Lise haar job bestaat voornamelijk uit het begeleiden van ouders en pleegzorgers in hun pleegzorgavontuur. “De focus daarbij ligt voornamelijk op de plaats waar het kind het meest verblijft. Dat kunnen de ouders zijn, maar ook het pleeggezin of de leefgroep. Bij ondersteunende pleegzorg komt de vraag vaak vanuit de ouders, ze vragen dan bijvoorbeeld voor meer rust of me-time. Ook ouders die chronisch ziek zijn en daarvoor regelmatig behandelingen moeten krijgen, maar geen structurele oplossing hebben met overnachtingen voor hun kind op dat moment kunnen de hulp inschakelen van een pleeggezin. Het vertrekpunt van OP is dan ook dat het nog goed genoeg is thuis. Onze taak is om situaties te ondersteunen om zo de opvoeding gezamenlijk te dragen en mogelijks preventief te werken.”

Naast het begeleiden van ouders, begeleidt Lise ook de pleegzorgers. “Bij de pleegzorgers ga ik regelmatig langs om te vragen hoe het gaat. We kunnen dan samen nadenken over thema’s die er op dat moment spelen. Het kind staat daarbij steeds centraal, zo maken we de afweging hoe vaak het kind best naar het pleeggezin gaat om de hechting goed te laten verlopen, terwijl ook de band met de mama en/of papa behouden wordt.”

Het leuke aan haar job vindt Lise de afwisseling. “Er komen heel diverse hulpvragen binnen, die ook een andere begeleiding nodig hebben, dat is leuk. De hulpvraag komt vanuit de ouders zelf, een ander pleeggezin of de leefgroep. Doordat je in vrijwillige hulpverlening zit, zijn mensen blij om je te zien en bieden ze minder weerstand. Dat is heel fijn.” Lise begeleidt zowel OP als biedende dossiers. “Dat zorgt ook voor afwisseling. Onze caseload is iets minder hoog dan bij reguliere pleegzorgwerkers, zodat we snel kunnen starten als er een OP-vraag binnenkomt. De eerste stap daarbij is een OP-onderzoek. Daarvoor gaan we in duo op huisbezoek om te bekijken of OP het juiste aanbod binnen de hulpverlening is. We verhelderen de vraag en proberen zicht te krijgen op wie dit gezin is, wie het kind is, .. wat verwachten ze van OP, hoe ziet een OP gezin er voor hen uit? Na dat huisbezoek brengen we de situatie op ons team en schatten we samen in of OP het geschikte aanbod is of niet.” Om zo’n OP-onderzoek tot een goed einde te brengen, krijgen alle pleegzorgwerkers in het OP-team een opleiding SONESTRA. “Binnen SONESTRA leren hoe we een netwerkonderzoek moeten doen. Je leert dan dat het netwerk breder is dan de familie of vrienden van de ouders. De klastitularis of de trainer in de sportclub behoren bijvoorbeeld ook tot het netwerk. We zijn ervan overtuigd dat het netwerk van de ouders en het kind meestal een oplossing kan bieden. Vaak gaat het enkel over het overwinnen van de schroom van de ouders om hulp te vragen.”

Het moeilijkste aan haar job vindt Lise vertellen dat OP niet het juiste aanbod is. “Het is altijd lastig om te vertellen dat we niet kunnen helpen, zeker omdat de ouders zelf om hulp vragen. We gaan wel altijd mee proberen te zoeken naar alternatieven. Daarnaast wil de vrijwilligheid van ouders om pleegzorg op te starten niet zeggen dat het vrijblijvend is. Als we merken dat het kind gevaar loopt, moeten we dat nog steeds signaleren. Dat blijft moeilijk, maar komt gelukkig niet zo vaak voor.”

Lise komt heel wat mooie situaties tegen binnen OP. “Ook voor kinderen die voltijds in een leefgroep wonen, wordt beroep gedaan op ondersteunende pleegzorg. Die kinderen gaan dan bijvoorbeeld één weekend op twee naar het pleeggezin. Ze bouwen daar dan een netwerk uit en gaan de wereld ontdekken buiten de leefgroep. Zo is er een meisje dat ik begeleid die niet wist wat de bakker is, omdat ze in een leefgroep niet naar de bakker gaan. Het pleeggezin is dan samen met haar gaan ontdekken wat de bakker is. Dat is hartverwarmend om te zien. In sommige dossiers ontstaan mooie verbindingen tussen ouders en pleegouders. Mooi om te zien hoe ze samen de opvoeding van een kind dragen. Daardoor kunnen we preventief werken en overschrijden we minder snel de draagkracht van ouders, ander pleeggezin, ...”